Minstens 60 mensen vreesd om het leven gekomen na scheepswrakken voor de kust van Libië
Nieuws | Migratie
Minstens 60 mensen worden ‘vermist’ en vrees voor verdrinking is groot na scheepsrampen voor de kust van Libië, aldus de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM). Dit gebeurde tijdens hun gevaarlijke poging om Europa te bereiken.
“Met tientallen mensen die vermoedelijk dood zijn en hele gezinnen in verdriet, roept de IOM opnieuw de internationale gemeenschap op om zoek- en reddingsoperaties op te schalen en veilige, voorspelbare ontschepingen voor overlevenden te garanderen,” zegt Othman Belbeisi, de regionale directeur voor het Midden-Oosten en Noord-Afrika.
Een van de scheepsrampen vond plaats op 12 juni nabij de haven van Alshab in Tripolitania. Slechts vijf overlevenden werden gevonden en 21 mensen worden vermist. Onder de vermoedelijk doden bevinden zich zes Eritreërs, waaronder drie vrouwen en drie kinderen, vijf Pakistani, vier Egyptenaren en twee Soedanese mannen. De identiteiten van vier anderen zijn onbekend.
Het tweede voorval vond plaats op 13 juni, ongeveer 35 km ten westen van Tobruk in Libië. Volgens de enige overlevende, die door vissers werd gered, worden 39 mensen vermist.
Tot nu toe zijn dit jaar minstens 743 mensen overleden tijdens hun poging om de Middellandse Zee over te steken naar Europa, waaronder 538 op de Centraal-Middellandse Zee route, die nog steeds de dodelijkste migratieroute ter wereld is.
In de afgelopen jaren heeft de Europese Unie haar inspanningen om deze migratie te verminderen, vergroot, onder andere door het verstrekken van apparatuur en financiële ondersteuning aan de Libische kustwacht, een quasi-militaire organisatie die is verbonden aan milities die beschuldigd worden van misbruik en andere misdaden.
NGO’s stellen dat het afschaffen van staatsgeleide zoek- en reddingsoperaties de reizen over de Middellandse Zee gevaarlijker heeft gemaakt. Ze hebben ook de strafmaatregelen van staten tegen goede doelen die in de Middellandse Zee opereren, aan de kaak gesteld.
Als gevolg hiervan zijn veel mensen die vluchten voor conflict en vervolging vast komen te zitten in Libië, vaak in detentie gehouden onder omstandigheden die door mensenrechtenorganisaties als onmenselijk worden beschreven.
Libië, dat nog steeds worstelt om te herstellen van jaren van oorlog en chaos na de door de NAVO gesteunde afzetting van langdurig heerser Muammar Gaddafi in 2011, is bekritiseerd om zijn behandeling van vluchtelingen en migranten.
Beschuldigingen van mensenrechtenorganisaties variëren van afpersing tot slavernij, terwijl smokkelaars en mensenhandelaren ook gebruik maken van het klimaat van instabiliteit in het land.
