Faillissementscuratoren hebben meer middelen nodig voor fraudebestrijding, volgens onderzoekers

Bankroetfraudeurs ontglippen te vaak aan de rechtspraak omdat bankroetbeheerders niet over de financiële middelen beschikken om hun vermoedens te onderzoeken. Een beheerder wordt doorgaans betaald uit de boedel, maar ongeveer een kwart van de bankroeten heeft een “lege” boedel, waardoor beheerders ofwel uit eigen zak moeten investeren in het onderzoek, of de zaak moeten laten rusten. Dit blijkt uit een studie van de Universiteit Leiden en SEO Economisch Onderzoek, in opdracht van het WODC.

Volgens de onderzoekers werken bankroetbeheerders gemiddeld voor 8 miljoen euro aan onbetaalde uren per jaar. De onderzoekers pleiten voor de introductie van een fonds waaruit bankroetbeheerders een gegarandeerde basisvergoeding van 20 uur per bankroet kunnen ontvangen. Bedrijven, de Belastingdienst, bankroetbeheerders en de overheid kunnen jaarlijks bijdragen aan dit fonds, aldus de onderzoekers. Deze basisvergoeding kan de standaardactiviteiten voor het afhandelen van een bankroet dekken, zoals het in kaart brengen van activa en schulden en het identificeren van eventuele onregelmatigheden.

Daarnaast willen de onderzoekers het bestaande garantiestelsel voor beheerders uitbreiden om fraudeonderzoeken te financieren. “Er vindt iets onwettigs plaats in 30 tot 50 procent van alle bankroeten,” zegt onderzoeker Jessie Pool van de Universiteit Leiden. “Er is ook sterke vermoedens dat er meer fraude voorkomt bij lege boedels, maar daar zijn geen cijfers over.” Bankroetbeheerders zijn wettelijk verplicht om onregelmatigheden te onderzoeken, maar de vraag wie de kosten van dit onderzoek betaalt, is al jaren een discussiepunt. Het bestaande garantiestelsel vergoedt alleen zeer specifieke kosten, en de beheerder wordt verwacht de kosten bij de directeur te verhalen.

“Daardoor doen veel beheerders alleen wat noodzakelijk is en is er geen ruimte voor uitgebreide fraudeonderzoeken.” Als een bankroetbeheerder fraude vermoedt bij een lege boedel, hebben zij nu drie opties: ze kunnen het zelf onderzoeken, de zaak laten vallen of het melden bij de FIOD, de onderzoekende afdeling van de Belastingdienst. “De FIOD draagt de zaak dan over aan de politie of het Openbaar Ministerie, maar door capaciteitsproblemen blijven veel zaken daar ook hangen,” aldus Pool. Volgens Pool zijn bankroetfraudeurs zich bewust van deze tekortkomingen in het systeem. “Dus als je niet wilt dat ze ermee wegkomen, moet de overheid de kosten van het fraudeonderzoek garanderen, zelfs als er geen geld onmiddellijk terugkomt naar de boedel.”

LEZEN  Code Geel Waarschuwing Verlengd voor IJswegen en Sneeuwval in Nederland

Vergelijkbare berichten

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *