Faber zoekt samenwerking om tekort aan asielhuisvesting aan te pakken
De Nederlandse overheid werkt aan een oplossing voor het tekort aan huisvesting voor asielzoekers, nadat gemeenten de doelstellingen van de omstreden spreidingswet niet hebben gehaald. Deze wet verplicht de creatie van 96.000 huisvestingplaatsen, maar volgens Asielminister Marjolein Faber zijn er tot nu toe slechts 90.000 veiliggesteld. Gemeenten in de noordelijke provincies, Zeeland en Flevoland hebben hun doelstellingen overschreden, waardoor tekorten in andere regio’s zijn gecompenseerd.
In een brief aan de provincies zei Faber dat gemeenten die hun quotum niet hebben gehaald, niet volledig hoeven te compenseren, aangezien de overschotten van andere gemeenten de kloof hebben verkleind. Ze benadrukte echter het belang van samenwerking om de resterende 6.000 plaatsen te realiseren. “Ik wil niets opleggen,” zei Faber afgelopen vrijdag. “We voeren constructieve gesprekken met provincies en gemeenten, en ik geloof dat we dit vrijwillig kunnen oplossen.”
De spreidingswet, die is ingevoerd om de verplichtingen voor asielhuisvesting eerlijk over de gemeenten te verdelen, geeft de minister de bevoegdheid om naleving af te dwingen vanaf deze zomer. Hoewel Faber de wens heeft geuit om de wet af te schaffen, staat de intrekking voor uitdagingen in de Senaat, waar de regeringscoalitie geen meerderheid heeft. De Senaat heeft de wet eerder goedgekeurd, en het omkeren ervan zou aanzienlijke politieke steun vereisen.
De oorspronkelijke tijdlijn van januari tot juli voor het operationeel maken van de beloofde huisvesting wordt nu gebruikt om de toewijzingen te finaliseren. Het ministerie verwacht dat de volledige 96.000 plaatsen beschikbaar zullen zijn tegen 1 juli. Ondanks dit heeft Faber zich onthouden van het aanwijzen van specifieke gemeenten om de resterende plaatsen te leveren, zodat provincies de lokale onderhandelingen kunnen beheren.