Explosie van lachgasflesjes kost afvalindustrie miljoenen
De afvalindustrie in Nederland heeft dit jaar meer dan 50 miljoen euro aan schade geleden door exploderende lachgasflessen, volgens de Vereniging Afvalbedrijven. Bijna 10.000 flessen zijn geëxplodeerd, wat bijna gelijk is aan het totaal van vorig jaar. Hoewel er geen ernstige ongevallen hebben plaatsgevonden, blijven werknemers in vuilniswagens en afvalverwerkingsinstallaties aanzienlijke risico’s lopen.
De explosies worden grotendeels toegeschreven aan een verbod op lachgas dat in januari 2023 van kracht werd. Voor het verbod konden flessen worden ingeleverd voor een statiegeld, vaak tot wel 30 euro per fles. Sinds het verbod worden gebruikte lachgasflessen echter gedumpt in straten, openbare ruimtes, de natuur en afvalcontainers door het hele land.
De gerapporteerde schade dit jaar is iets lager dan de 65 miljoen euro die in 2022 is geleden. Desondanks blijft de financiële impact aanzienlijk. De afvalvereniging schat dat de jaarlijkse kosten voor het beheren van de ongeveer 400.000 weggegooide lachgasflessen in Nederland tussen de 120 miljoen en 130 miljoen euro liggen—ongeveer 300 euro per fles.
Om de risico’s te verminderen, hebben afvalverwerkers moeten investeren in versterkt glas en beschermende stangen op de cabines van afvalgrijpers om werknemers te beschermen tegen rondvliegend puin. In veel gevallen scheiden werknemers handmatig de flessen van ander afval voordat ze worden verwerkt, en worden metaal versnipperaars en magneten gebruikt om deze te verwijderen voordat ze worden verbrand.
Deze kosten worden niet gedekt door verzekeringen, waardoor afvalbedrijven en gemeenten de financiële last zelf moeten dragen. Dit kan leiden tot een verhoging van de afvalinzamelfees voor bewoners. De afvalbeheersector heeft de overheid opgeroepen tot meer financiële ondersteuning en heeft voorgesteld om het statiegeldsysteem voor lachgasflessen opnieuw in te voeren.
