Effecten van Permafrostsmelting op de Meren en Poelen in Alaska
De gevolgen van het ontdooien van permafrost in Alaska
De Summit Lake in centraal Alaska wordt gevoed door de Gulkana-gletsjer, die op de achtergrond zichtbaar is. Terwijl de klimaatverandering de Arctische regio opwarmt, ontdooit de permafrost en komt de koolstof die in de bodem is opgeslagen, in de atmosfeer terecht. Permafrost bevat twee keer zoveel koolstof als de atmosfeer, maar de mate waarin deze bevroren koolstof zal ontdooien en de klimaatverandering zal versnellen, blijft een onderwerp van wetenschappelijk onderzoek. Het is logistiek niet haalbaar om op grote schaal metingen van permafrost ter plaatse uit te voeren in het afgelegen verre noorden.
Door de meren en poelen van Alaska in ongekende detail vast te leggen, tonen Levenson en zijn collega’s aan waar en hoe waterlichamen kunnen wijzen op onderliggende permafrostontdooi. Dit biedt een stap richting een eenvoudige, toepasbare methode om in de gaten te houden hoe de Arctische regio verandert. Het onderzoek is gepubliceerd in het tijdschrift Geophysical Research Letters.
Het ontdooien van permafrost kan erosiesnelheden, de groei van vegetatie en de doorlatendheid van de bodem beïnvloeden, wat kan leiden tot de vorming, groei en drain van meren. Om te onderzoeken hoe de relatie tussen de oppervlakte van meren en de mate van intacte permafrost varieert in Alaska, gebruikten de onderzoekers beelden die bijna dagelijks met een resolutie van 10 meter door de Sentinel-2-satelliet werden genomen. Ze identificeerden en volgden veranderingen in meer dan 800.000 waterlichamen in de staat.
Ze melden dat het ontdooien van permafrost de grootte van meren lijkt te verkleinen in landschappen die niet door gletsjers zijn aangetast, waar het moederbed niet aan de oppervlakte zichtbaar is. Omgekeerd neemt in gebieden die recentelijk door bewegende gletsjers zijn gevormd, het oppervlakte van meren soms toe naarmate de permafrost ontdooit. In sommige gevallen bestaat er geen duidelijke relatie tussen de twee.
Terugtrekkende gletsjers laten meestal nieuwe meren achter; echter, de vorming van deze meren kan worden vertraagd totdat de permafrost ontdooit en nieuwe depressies kunnen ontstaan. De ruige topografie en de minder doorlatende sedimenten in gletsjerlandschappen kunnen ook verklaren waarom meren in gegletsjerde en ongegletsjerde gebieden verschillend reageren op permafrostontdooi, aldus de onderzoekers.
De auteurs zijn niet de eersten die de relatie tussen de oppervlakte van meren en permafrostontdooi overwegen, maar ze behoren tot de eersten die beschrijven hoe de reactie van een meer op de voortdurende ontdooiing afhangt van de geologische geschiedenis. De onderzoekers zeggen dat de dataset die ze hebben geproduceerd, die ze de Alaska Lake and Pond Occurrence Dataset noemen, het onderzoek naar de veranderingen in permafrost in een opwarmende Arctische regio aanzienlijk zou kunnen vereenvoudigen.