ECB-voorzitter Lagarde blijft voorzichtig over renteverlagingen en pleit voor concurrentiehervormingen
Christine Lagarde, de president van de Europese Centrale Bank (ECB), heeft benadrukt dat ze een voorzichtige, data-gedreven benadering zal hanteren voor verdere renteverlagingen. Ze wees op de noodzaak om productiviteitsverschillen, energiekosten en digitalisering aan te pakken en pleitte voor onmiddellijke actie.
Lagarde herhaalde dat, ondanks recente disinflationaire trends, de ECB nog ver verwijderd is van een agressieve versoepeling van het monetair beleid. Tijdens een gesprek met Frederick Kempe, de president en CEO van het Atlantic Council, legde ze uit dat de rente besluiten van de ECB blijven afhangen van binnenkomende economische data, waarmee ze het belang van voorzichtigheid in het beoordelen van de veranderende economische omstandigheden onderstreepte.
“We zijn ervan overtuigd dat het disinflationaire pad is ingeslagen en dat we het restrictieve monetair beleid kunnen blijven verlichten, maar we moeten voorzichtig zijn,” zei ze, waarbij ze benadrukte dat toekomstige verlagingen door data zullen worden bepaald. Hoewel de ECB in juni, september en oktober al renteverlagingen heeft doorgevoerd, ontkrachtte Lagarde elk idee van een vooraf bepaalde strategie voor renteverlagingen. “We hebben geen lineaire systematische volgorde,” merkte ze op, en benadrukte de flexibele benadering van de ECB.
Tegelijkertijd gaf Philip Lane, de hoofdeconoom van de ECB, in Washington DC een voorzichtige, optimistische kijk op het economisch herstel van de eurozone tijdens de IIF Annual Membership Meeting 2024. Hij erkende dat, hoewel sommige recente gegevens vragen opriepen over de groei, de ECB geen dramatische verzwakking van de eurozone-economie verwacht. “Een goed herstel van de economie is nog steeds een plausibele basislijn,” merkte Lane op, en wees op de relatief sterke loonstijging als een positief teken, terwijl hij het vertrouwen van de ECB in het voortschrijdende disinflatieproces bevestigde.
Lagarde benadrukte dat het concurrentievoordeel van Europa afhangt van productiviteit, energie en digitalisering. Ze wees op een aanzienlijke achterstand in productiviteitsgroei in vergelijking met de Verenigde Staten. “De productiviteit in de VS groeide met 50% tussen 1995 en 2020, terwijl de productiviteit in Europa slechts met 28% toenam. Europa blijft achter op het gebied van productiviteit,” merkte Lagarde op en identificeerde de achterstand als een topprioriteit voor Europa.
Lagarde gaf veel van dit productiviteitsverschil de schuld aan de langzamere acceptatie van technologie op het continent. “Wanneer je kijkt naar het verschil tussen 50% en 28%, zie je dat veel daarvan het resultaat is van de technologiesector,” observeerde ze. Volgens de ECB-president is de volgende uitdaging voor Europa om de sectoren te identificeren die toekomstige productiviteitswinsten zullen aandrijven.
Naast productiviteit noemde Lagarde hoge energiekosten als een aanzienlijke belemmering voor de Europese concurrentiepositie. Ze vestigde de aandacht op de scherpe verschillen tussen Europa en de VS. “Als je kijkt naar de energieprijzen, zijn ze ongeveer twee of drie keer hoger in Europa dan in de VS. Als je kijkt naar de prijs van gas, is het vier tot vijf keer hoger in Europa,” merkte ze op.
Lagarde herhaalde de aanbevelingen uit het recente rapport van Mario Draghi en pleitte voor een “snelle en slimme decarbonisatie van de economie” als een cruciale oplossing. Deze aanpak, betoogde ze, zou uiteindelijk leiden tot goedkopere energie zodra de noodzakelijke investeringen zijn gedaan. “Europa kan toonaangevend zijn op het gebied van niet-fossiele energiebronnen, wat zou leiden tot een veel goedkopere energiebron zodra de transitie is voltooid,” zei ze, en benadrukte dat deze strategie niet alleen de concurrentiepositie zou verbeteren, maar ook de toenemende gevolgen van klimaatverandering zou aanpakken.
Lagarde noemde digitalisering als een derde cruciale uitdaging voor Europa. Ze wees erop dat Europa aanzienlijk achterloopt op zowel de VS als China als het gaat om het veiligstellen van durfkapitaal dat nodig is om digitale innovatie te stimuleren. “Als je kijkt naar het volume durfkapitaal dat in Europa wordt opgehaald, is dat minimaal in vergelijking met wat er in de VS of zelfs China wordt opgehaald,” merkte ze op.
Om dit aan te pakken, pleit ze al lange tijd voor de oprichting van een kapitaalmarktenunie – een enkele, geïntegreerde financiële markt binnen de eurozone. Zo’n markt zou de noodzakelijke kapitaalstromen vergemakkelijken om technologische innovatie en digitalisering te ondersteunen, en zo de productiviteit in heel Europa te verbeteren. “Dit gaat nu over het aanpakken van problemen en het implementeren van oplossingen,” merkte ze op, en voegde eraan toe: “De urgentie van de zaak is nu.”