China veroordeelt journalist tot zeven jaar gevangenisstraf op beschuldiging van spionage

Familie van Dong Yuyu: “Vonnis zonder bewijs toont de failliet van het rechtssysteem in China”

Een rechtbank in China heeft journalist Dong Yuyu veroordeeld tot zeven jaar gevangenisstraf wegens spionage, zo meldt zijn familie, die het een “ernstige onrechtvaardigheid” noemt. De Beijing No 2 Intermediate People’s Court oordeelde op vrijdag dat de 62-jarige voormalig redacteur van de Communistische Partij’s Guangming Daily schuldig was, gebaseerd op eerdere ontmoetingen met hoge Japanse diplomaten.

Volgens het vonnis werden de Japanse diplomaten die Dong ontmoette, waaronder de toenmalige ambassadeur Hideo Tarumi en de huidige hoofd-diplomaat in Shanghai, Masaru Okada, aangeduid als agenten van een “spionageorganisatie”. Politie bewaakte de rechtbank op vrijdag, met zeven politieauto’s in de buurt, en vroeg journalisten om het gebied te verlaten.

“Het vonnis zonder bewijs toont de wereld de failliet van het rechtssysteem in China,” aldus de verklaring van de familie. Hun veroordeling impliceert dat elke Chinese burger “verwacht wordt te weten dat de Chinese regering mogelijk ambassades als ‘spionageorganisaties’ beschouwt,” wat een verstikkend effect creëert.

“Het vonnis van vandaag is een ernstige onrechtvaardigheid, niet alleen voor Yuyu en zijn familie, maar ook voor elke vrijdenkende Chinese journalist en elke gewone Chinees die zich inzet voor een vriendelijke samenwerking met de wereld,” aldus zijn familie.

Volgens de Chinese wet kan iemand die voor spionage is veroordeeld, drie tot tien jaar gevangenisstraf krijgen voor minder ernstige gevallen, of zware straffen, waaronder levenslange gevangenisstraf, voor ernstige gevallen.

‘Onrechtvaardig vonnis’

Dong trad in 1987 toe tot de Guangming Daily, na zijn afstuderen aan de rechtenfaculteit van de Peking Universiteit, en was de adjunct-redacteur van de commentaarsectie. Zijn artikelen pleitten voor gematigde hervormingen zonder directe kritiek op president Xi Jinping. Hij ontmoette regelmatig diplomaten van verschillende ambassades en journalisten.

Een van de Japanse diplomaten die hij ontmoette, één van de twee die hij in het verleden regelmatig had ontmoet, werd ook enkele uren vastgehouden, maar later vrijgelaten. Een woordvoerder van het Chinese Ministerie van Buitenlandse Zaken zei destijds dat de diplomaat betrokken was bij activiteiten “die niet in overeenstemming waren met hun functie” in China.

Voorstanders van persvrijheid hebben de vrijlating van Dong geëist, met meer dan 700 journalisten, academici en NGO-werknemers die een online petitie voor zijn vrijlating hebben ondertekend. De National Press Club in de Verenigde Staten meldde dat de journalist, die in 2007 deelnam aan de prestigieuze Harvard Nieman Fellowship en bijdroeg aan de Chinese edities van The New York Times en The Financial Times, twee jaar geleden werd gearresteerd terwijl hij lunchte met een Japanse diplomaat in een restaurant in Beijing.

“De Chinese autoriteiten moeten dit onrechtvaardige vonnis terugdraaien en het recht van journalisten beschermen om vrij en veilig in China te werken,” zei Beh Lih Yi, programmamanager Azië bij het Committee to Protect Journalists, een mediarechtenorganisatie uit New York.

Ann Marie Lipinski, curator van de Nieman Foundation for Journalism aan Harvard, noemde Dong “een getalenteerde verslaggever en auteur wiens werk al lang wordt gerespecteerd door collega’s”. “Wij staan samen met velen in de hoop op zijn vrijlating en terugkeer naar zijn familie,” voegde ze eraan toe.