Bescherming van het regenwoud vermindert aantal ademhalingsziekten, volgens onderzoek
Het beschermen van het regenwoud is niet alleen gunstig voor de biodiversiteit en het klimaat, maar verbetert ook merkbaar de gezondheid van mensen die in de betreffende regio’s wonen. Dit is de conclusie van een recente studie van de Universiteit van Bonn en de Universidade Federal de Minas Gerais in Brazilië.
De onderzoekers tonen aan dat maatregelen tegen het kappen van bomen door middel van brandtechnieken de concentratie van fijnstof in de lucht aanzienlijk verminderen. Het aantal ziekenhuisopnames en sterfgevallen door ademhalingsziekten neemt daardoor ook af. De resultaten zijn gepubliceerd in het tijdschrift Communications Earth & Environment.
In 2019 werd bijna 70.000 vierkante kilometer bos in het Amazonegebied verbrand, wat overeenkomt met een gebied ter grootte van Beieren. Natuurlijke branden zijn normaal gesproken zeldzaam in de vochtige omstandigheden die daar heersen. Echter, grote landeigenaren en grondrovers ruimen vaak enorme gebieden om deze te gebruiken als weilanden of voor akkerbouw.
Deze overexploitatie van Brazilië’s groene long vernietigt de habitats van veel soorten flora en fauna en versnelt ook de klimaatverandering. De huidige studie houdt ook rekening met een andere gevolg dat vaak niet genoeg aandacht krijgt: de rook die tijdens de branden vrijkomt is een belangrijke oorzaak van ademhalings- en hart- en vaatziekten.
“We hebben onderzocht in hoeverre maatregelen ter bescherming van het bos de gezondheid van mensen in de betreffende regio’s beïnvloeden,” legt Yannic Damm uit. Hij is lid van de onderzoeksgroep van prof. dr. Jan Börner aan het Instituut voor Voedsel- en Hulpbronnen Economie (ILR) van de Universiteit van Bonn. Hij voerde de studie uit samen met zijn ILR-collega dr. Nicolas Gerber en prof. dr. Britaldo Soares-Filho van de Universidade Federal de Minas Gerais in Brazilië.
Hoe beïnvloedt bosbescherming de menselijke gezondheid? De Amazone-regio van Brazilië is verdeeld in twee verschillende zones: de wettelijk gedefinieerde Amazone, die de grenzen van de Amazone-staten volgt, en wat bekend staat als het Amazonebiome, dat de oorspronkelijke bosgrens volgt.
“Tussen 2004 en 2010 zijn er een hele reeks wetten aangenomen om de voortdurende ontbossing in de Amazone te beteugelen,” zegt Damm. “In onze studie hebben we ons echter geconcentreerd op drie maatregelen die uitsluitend van toepassing zijn binnen het Amazonebiome en die in 2006 van kracht zijn geworden.”
De bekendste van deze drie maatregelen is vermoedelijk de Soja-moratorium. Hierbij hebben wereldwijd opererende handelsbedrijven afgesproken om geen soja meer te kopen die is geteeld in recent ontboste gebieden. “Als gevolg hiervan is de druk op ontbossing meetbaar verminderd,” legt Damm uit.
Echter, het moratorium (samen met de andere twee onderzochte resoluties) geldt alleen voor het Amazonebiome, maar niet voor de aangrenzende Wettelijke Amazone-regio met een lagere beschermingsstatus.
De onderzoekers maakten gebruik van dit feit: ze vergeleken verschillende honderden gemeenten op de grens van het biome met aangrenzende regio’s die buiten deze grens lagen en waarvoor de drie maatregelen dus niet golden. “Op deze manier konden we identificeren welk effect de verhoogde beschermingsinspanningen hadden op de volksgezondheid,” benadrukt Damm. De groep evalueerde onder andere de fijnstofvervuiling in de lucht en analyseerde de redenen waarom mensen in de onderzochte regio’s naar het ziekenhuis werden gebracht of overleden.
Beschermingsmaatregelen besparen jaarlijks 680 mensenlevens De effecten van de bosbeschermingsmaatregelen op elk van deze parameters waren duidelijk. De concentratie van fijnstof in de lucht daalde in alle onderzochte regio’s na 2006. Deze daling was echter bijna 7% hoger in de gemeenten binnen de biome-grenzen.
Het aantal ziekenhuisbehandelingen en sterfgevallen door ademhalings- en hart- en vaatziekten nam ook af. Ongeveer 4 miljoen mannen, vrouwen en kinderen wonen in de regio’s waar de drie maatregelen zijn ingesteld. De onderzoekers schatten dat ongeveer 680 mensenlevens in deze groep elk jaar zijn gered dankzij de verminderde luchtvervuiling.
“Onze studie heeft twee boodschappen,” legt ILR-onderzoeker prof. dr. Jan Börner uit, die ook lid is van het Transdisciplinaire Onderzoeksgebied (TRA) Duurzame Toekomst en de Excellentiecluster “PhenoRob” aan de Universiteit van Bonn. “Namelijk, ten eerste, dat de vernietiging van het regenwoud met succes kan worden beteugeld. En, ten tweede, dat dit niet alleen de biodiversiteit en het mondiale klimaat ten goede komt, maar ook heel specifiek en snel de lokale bevolking. Dit is een aspect dat nog steeds te weinig wordt overwogen bij het beoordelen van beschermingsmaatregelen.”