België dient klacht over oorlogsmisdaden tegen Israëlische soldaten in bij het ICC

Rook stijgt op uit Beit Hanoon in de noordelijke Gazastrook, zoals gezien vanaf de Israëlische kant van de grens met Gaza.

Belgische aanklagers hebben een klacht over oorlogsmisdaden tegen twee Israëlische soldaten doorverwezen naar het Internationaal Strafhof (ICC), naar aanleiding van beschuldigingen dat zij deelnamen aan gruweldaden in Gaza. De Hind Rajab Foundation, die de klacht indiende samen met het Global Legal Action Network (GLAN), bevestigde dat de Belgische Federale Procureur heeft besloten de zaak naar het ICC te sturen. De stichting verklaarde dat de beslissing is genomen in overeenstemming met de verplichtingen van België onder internationaal recht.

“Het Internationaal Strafhof is momenteel bezig met het onderzoeken van mogelijke ernstige schendingen van het humanitair recht in de Palestijnse gebieden,” aldus het Bureau van de Federale Procureur, volgens het Belgische persagentschap Belga.

De klacht richt zich op twee Israëlische soldaten, die naar verluidt leden zijn van de Givati Brigade. Zij werden gezien terwijl zij de vlag van hun militaire eenheid zwaaiden tijdens een optreden van een Israëlische DJ op het Tomorrowland muziekfestival in België. Na de klacht kregen de Belgische politie de opdracht om de twee soldaten te identificeren, te arresteren en te ondervragen, voordat ze later weer werden vrijgelaten.

Juridische groep pleit voor sterkere actie

De Hind Rajab Foundation, gevestigd in België, is vernoemd naar een zesjarig Palestijns meisje dat eerder in de oorlog door Israëlisch vuur in Gaza-Stad werd gedood. Sinds de oprichting in 2023 heeft de groep tientallen klachten ingediend in meer dan 10 landen die gericht zijn op Israëlische militaire personeel. Terwijl de stichting de doorverwijzing naar het ICC verwelkomde met “voorzichtige aanmoediging”, bekritiseerde zij de Belgische autoriteiten voor het niet ondernemen van sterkere actie.

“Naar onze mening hadden de verdachten niet alleen gearresteerd moeten worden, maar ook vastgehouden en ofwel vervolgd in België ofwel uitgeleverd aan het ICC,” aldus de stichting in een verklaring. “Het vrijlaten van individuen die geloofwaardig worden beschuldigd van oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid, ondermijnt niet alleen het publieke vertrouwen in de rechtspraak,” voegde de groep eraan toe, “maar vergroot ook de kans op straffeloosheid en kan die individuen in staat stellen verdere gruweldaden te begaan.”

De stichting noemde de doorverwijzing “een strategische verschuiving naar het internationale niveau” en drong aan op snelle actie van het ICC. “Elke dag van inactiviteit door internationale instellingen is een dag van voortgaand lijden en straffeloosheid,” zei ze. “Laat duidelijk zijn: deze zaak zet een juridisch en moreel precedent. Israëlische militairen, ongeacht waar ze reizen, zijn niet buiten het bereik van de rechtvaardigheid.”

Israël roept Belgische diplomaat op

Op dinsdag zou de Israëlische regering een Belgische diplomaat hebben opgeroepen uit protest tegen de arrestaties. De ruzie tussen de twee landen komt te midden van toenemende internationale bezorgdheid over de humanitaire catastrofe in Gaza en de voortdurende oorlog van Israël tegen het Palestijnse volk.

Eerder op woensdag kondigde België aan dat het een militair vliegtuig zou sturen met voedsel en medische voorraden naar Gaza via Jordanië, terwijl het land ook samen met 27 andere landen een verklaring ondertekende die oproept tot een onmiddellijk staakt-het-vuren.

Echter, België zelf ondervindt juridische druk omdat het verzuimd zou hebben om op te treden tegen de Israëlische misdaden in Gaza. Op 7 juli werd de Belgische staat formeel opgeroepen om voor de Franstalige Rechtbank van Eerste Aanleg in Brussel te verschijnen, waar de eisers het land beschuldigen van inactiviteit en het niet nakomen van zijn internationale verplichtingen. Zij beweren dat België dringende stappen zou moeten ondernemen, waaronder het verbieden van wapentransport naar Israël via Belgisch grondgebied, het stopzetten van de handel met Israëlische nederzettingen, het opschorten van de EU-Israël Associatieovereenkomst, het bevriezen van de bezittingen van Israëlische leiders en het beëindigen van institutionele samenwerking met Israël.