Autopsie: Bouterse overleed aan leverfalen door chronisch alcoholgebruik

Desi Bouterse, de voormalige president van Suriname, is overleden aan complicaties van leverfalen, veroorzaakt door ernstige leverfibrose als gevolg van chronisch alcoholgebruik. Dit blijkt uit het autopsierapport dat zaterdag is vrijgegeven door het Surinaamse Openbaar Ministerie. Het lichaam is overgedragen aan de familie van Bouterse, hoewel het politieonderzoek naar de omstandigheden rond zijn dood doorgaat. De autoriteiten hebben bevestigd dat er geen aanwijzingen voor kwaad opzet zijn gevonden op het lichaam. De voormalige leider overleed eerder deze week op 79-jarige leeftijd.

De politie ontving woensdagmorgen vroeg informatie dat het lichaam van Bouterse door onbekende personen naar zijn woning in de buurt Leonsberg in Paramaribo was vervoerd. Het Surinaamse Openbaar Ministerie gaf vervolgens opdracht om het lichaam in beslag te nemen en te onderzoeken om de doodsoorzaak vast te stellen.

Bouterse, die sinds zijn veroordeling in 2022 voor zijn rol in de Decembermoorden van 1982 als voortvluchtige leefde, kreeg geen staatsbegrafenis, aldus minister van Buitenlandse Zaken Albert Ramdin. Ondanks zijn tien jaar durende presidentschap leidde zijn veroordeling voor de moord op 15 politieke tegenstanders tot de beslissing van de regering van president Chandrikapersad Santokhi om een staatsbegrafenis of enige nationale rouwperiode achterwege te laten.

Ramdin kondigde aan dat alleen op de dag van de begrafenis de vlaggen bij overheidsgebouwen halfstok zullen hangen, en de minister van Binnenlandse Zaken zal de ceremonie bijwonen op verzoek van de familie, maar zal geen toespraak houden. “Elke overledene verdient een respectvolle begrafenis,” zei Ramdin, en deed een oproep aan het publiek om waardigheid en terughoudendheid te tonen te midden van polariserende reacties op Bouterse’s dood.

De Decembermoorden, een van de donkerste episodes in de Surinaamse geschiedenis, vonden plaats tijdens Bouterse’s militaire heerschappij in de jaren ’80. Vijftien dissidenten, waaronder journalisten, advocaten en militaire personen, werden gemarteld en geëxecuteerd in Fort Zeelandia, het hoofdkwartier van Bouterse. Terwijl het regime beweerde dat de slachtoffers een staatsgreep aan het beramen waren, was er geen bewijs dat deze beschuldigingen ondersteunde. Bouterse werd veroordeeld tot 20 jaar gevangenisstraf voor zijn betrokkenheid, een veroordeling die vorig jaar in hoger beroep werd bevestigd.

Na de uitspraak dook Bouterse onder, en zijn verblijfplaats bleef onbekend tot aan zijn dood. Later werd gesuggereerd dat hij zich verstopte in Cuba en Venezuela. Het Surinaamse Nationaal Forensisch Instituut heeft aangegeven dat het strafrechtelijk onderzoek naar de omstandigheden van Bouterse’s dood nog steeds loopt, waarbij verschillende personen worden ondervraagd. Minister van Justitie en Politie Kenneth Amoksi drong er bij het publiek op aan om niet te speculeren en te wachten op de resultaten van het onderzoek, dat naar verwachting begin volgende week zal worden afgerond.

Bouterse’s gezondheidsproblemen waren voor zijn dood bekend. Rapporten gaven aan dat hij een nierpatiënt was, hoewel het chronische alcoholgebruik uiteindelijk leidde tot de ernstige leverschade die in de autopsie werd beschreven.