Autofabrikanten schorten financiële vooruitzichten op door onzekerheid over tarieven

Economische onzekerheid leidt tot opschorting financiële richtlijnen door autofabrikanten

Enkele wereldwijde autofabrikanten, waaronder Mercedes-Benz en Stellantis, hebben zich aangesloten bij General Motors en Volvo door hun jaarlijkse financiële richtlijnen voor investeerders op te schorten, te midden van toenemende onzekerheid over tarieven.

De aankondigingen op woensdag volgden op de ondertekening van een uitvoerend bevel door de Amerikaanse president Donald Trump op dinsdag, waarmee hij de impact van de eerder deze maand opgelegde autotarieven probeerde te verzachten.

John Elkann, voorzitter van Stellantis, verklaarde: “Terwijl we de impact van het tariefbeleid op onze Noord-Amerikaanse operaties verder evalueren, kijken we uit naar onze voortdurende samenwerking met de Amerikaanse regering om een concurrerende Amerikaanse auto-industrie te versterken en de export te stimuleren.”

Stellantis gaf aan dat het “de financiële richtlijn voor 2025 opschort … vanwege de veranderende tariefbeleid en de moeilijkheid om de mogelijke impact op marktomvang en de concurrentie te voorspellen.”

Deze opschorting komt te midden van ontslagen bij Stellantis, dat 14 merken huisvest, waaronder Jeep, RAM Trucks, Dodge, Fiat en Maserati. In april werd tijdelijk 900 werknemers voor twee weken ontslagen, omdat er onzekerheid bestond over hoe de door Trump opgelegde tarieven hun bedrijf zouden beïnvloeden.

Antonio Filosa, COO van Stellantis voor de Amerikaanse markt, meldde in een bedrijfsbrede e-mail dat het bedrijf de middellange en lange termijn effecten van deze tarieven op zijn operaties zal beoordelen, maar ook “besloten heeft om enkele onmiddellijke acties te ondernemen.”

In het eerste kwartaal rapporteerde het bedrijf een daling van 14 procent in de verkopen, tot $40,7 miljard (35,8 miljard euro).

Mercedes-Benz en Volkswagen, de grootste autofabrikanten van Europa, meldden grote dalingen in hun nettowinst over dezelfde periode van januari tot maart, voordat de Amerikaanse tarieven van kracht werden. Mercedes meldde een daling van bijna 43 procent in de nettowinst in de eerste drie maanden van het jaar, tot $1,9 miljard (1,73 miljard euro).

Financieel directeur Harald Wilhelm gaf aan dat Mercedes nog steeds in een sterke positie verkeert, dankzij een solide positie in winstgevende, hoogwaardige voertuigen. “Dit, gecombineerd met een gezonde balans, biedt een stevige basis om ons bedrijf door een periode van geopolitieke onzekerheden te navigeren,” zei hij.

Ongeveer 40 bedrijven wereldwijd hebben in de eerste twee weken van het kwartaal hun vooruitzichten verlaagd of ingetrokken, aldus een analyse. Social media-reus Snap weigerde te veelbelovende vooruitzichten te geven, omdat het een vertraging in reclame-uitgaven zag en twijfels uitte over reclamebudgetten door de impact van tarieven.

Voor de rest van het jaar verwacht Volkswagen dat het bedrijf “aan de onderkant” van zijn richtlijn zal presteren, met uitdagingen zoals toenemende concurrentie, strengere emissieregels en handelsconflicten.

Volkswagen verwacht een winstmarge van 5,5 tot 6,5 procent voor het komende jaar, maar zijn richtlijn houdt geen rekening met wijzigbare Amerikaanse tarieven. “Het is erg moeilijk om een prognose voor het volledige jaar te geven,” aldus financieel directeur Arno Antlitz.

In het Verenigd Koninkrijk kondigde luxe autofabrikant Aston Martin Lagonda aan dat het de leveringen aan de VS zou beperken, maar het handhaafde zijn jaarlijkse richtlijn ondanks een daling van 13 procent in de omzet van het eerste kwartaal.

Naast een tarief van 25 procent op geïmporteerde afgewerkte auto’s, is de industrie ook getroffen door het 25 procent tarief op staal en aluminium. Autofabrikanten zullen ook te maken krijgen met nieuwe tarieven op buitenlandse auto-onderdelen die naar verwachting op 3 mei in werking treden.

Trump’s nieuwe beleid houdt in dat een bedrijf niet zowel een 25 procent heffing voor een geïmporteerd voertuig als 25 procent op staal of aluminium hoeft te betalen. De importeur zou het hoogste van de twee heffingen betalen, maar niet beide.

Analisten geloven echter dat deze verlichting niet noodzakelijkerwijs praktisch zal werken, aangezien autofabrikanten geconfronteerd worden met de effecten van tarieven op hun bedrijf.

“Hoewel dit goed klinkt op papier, is een Amerikaanse auto met allemaal Amerikaanse onderdelen die in de VS zijn vervaardigd een fictief verhaal dat vandaag de dag niet mogelijk is,” zei Dan Ives van Wedbush Securities in een nota. “Veel fabrieken kunnen 4-5 jaar duren om in de VS te bouwen, en dit spreekt tot de enorme frustratie van de industrie, aangezien de regels van het Amerikaanse tariefsysteem onhoudbaar zijn in onze visie.”