Asielzoekers hebben sinds december vorig jaar 60.000 nachten in noodopvang doorgebracht
Sinds december vorig jaar zijn gemiddeld 181 asielzoekers uit Ter Apel bijna elke dag naar een andere locatie gebracht om te slapen, omdat er niet genoeg bedden waren in het registratiecentrum. Samen hebben zij 60.000 nachten doorgebracht in noodopvang. Een “zeer ongewenste” situatie, volgens hulporganisaties zoals het Rode Kruis, VluchtelingenWerk en Defence for Children.
De asielzoekers werden ’s avonds door Ter Apel naar de noodopvang gebracht en namen ’s ochtends de bus terug naar het registratiecentrum. Sommigen maakten deze reis meerdere keren. Het Rode Kruis heeft berekend dat een vluchteling gemiddeld drie nachten in de noodopvang verbleef. “Soms waren er gezinnen of een alleenstaande moeder met drie kinderen,” merkte het Rode Kruis op, dat door het COA naar de locaties was gestuurd.
De Vluchtelingenraad beschreef het “heen en weer pendelen” tussen de nachtopvang en Ter Apel als “zeer ongewenst”. Vanwege het “grote gebrek aan privacy, rust, goede en schone faciliteiten, en adequate voeding” wil de hulporganisatie dat dit in de toekomst vermeden wordt. Defence for Children stelt dat de verhuizing leidt tot “verdere instabiliteit voor kwetsbare vluchtelingenkinderen, wat schadelijk is voor hun ontwikkeling”.
De vorm van opvang staat haaks op een “humane ontvangst”, zoals het COA zegt. “Je kunt zien dat mensen uitgeput zijn van het constante reizen,” zegt regiomanager Paula Lambeck. “Je zou kunnen zeggen dat ze een dak boven hun hoofd hebben en voedsel en drinken krijgen. Maar dat is het minimum dat je kunt bieden.”
Volgens Defence for Children is het verplaatsen van asielkinderen van Ter Apel naar een noodopvang in strijd met het Verdrag inzake de Rechten van het Kind. Door hen voor één nacht naar een andere gemeente te brengen, worden de verplichtingen om het belang van het kind voorop te stellen en het recht op ontwikkeling niet nageleefd. “Frequent verhuizen is aantoonbaar schadelijk voor de mentale gezondheid van kinderen en kan leiden tot depressieve klachten, gedragsproblemen en ontwikkelingsachterstanden.”
De hulporganisatie beweert dat deze extra bewegingen zullen leiden tot “nog meer instabiliteit voor kwetsbare vluchtelingenkinderen, wat hun ontwikkeling schaadt”. Hoewel de noodopvang, die momenteel in Beilen is, sinds 6 november niet meer is gebruikt, wordt verwacht dat dit in de nabije toekomst weer zal gebeuren. Kinderen zouden dan weer daar terecht kunnen komen, aldus Defence for Children op basis van informatie van het COA.
Geconfronteerd met de cijfers herhaalt Asielminister Marjolein Faber haar credo om de instroom van asielzoekers te beperken. “We moeten, omdat de samenleving het niet meer aankan,” zei ze. Over de situatie waarin asielzoekers zich momenteel bevinden, zei de PVV-minister: “We moeten ervoor zorgen dat mensen goed worden opgevangen, we hebben hiervoor wetten en regels en we houden ons eraan.”
De burgemeester van Westerwolde, waar Ter Apel onder valt, beschrijft de situatie als “dramatisch”. Maar volgens Jaap Velema is er “geen alternatief” behalve de verdelingswet. De burgemeester ziet een sombere toekomst, aangezien het kabinet deze wet nu wil intrekken. “Want dit is geen immigratieprobleem. Vandaar mijn frustratie en woede.”
De kosten voor de noodopvang van asielzoekers lopen in de miljoenen. Het gebruik van noodopvang om de druk op het asielzoekerscentrum in Ter Apel te verlichten, veroorzaakt volgens Paula Lambeck, regiomanager van het COA, extra hoge kosten. “Een locatie zoals die in Beilen kost nu ongeveer 7.000 euro per nacht als deze niet wordt gebruikt, en ongeveer 18.500 euro als er tweehonderd mensen overnachten.” De kosten lopen in de miljoenen euro’s.
Volgens een bestuurlijke overeenkomst tussen de gemeente Westerwolde en het COA mogen er maximaal 2.000 asielzoekers op het terrein in Ter Apel zijn. Dit limiet werd afgelopen jaar bijna dagelijks overschreden. De asielzoekers die daar niet konden worden opgevangen, werden naar een noodopvang in een andere noordelijke gemeente, zoals Stadskanaal en Nieuwe Pekela, gebracht. “Maar dat kost ons veel geld,” zegt de COA-manager. “We betalen huur voor het terrein, tenten, catering, sanitaire voorzieningen, schoonmaak, busvervoer, beveiliging en extra personeel. Dat loopt behoorlijk op.”
Lambeck betreurt het dat sinds december vorig jaar gemiddeld 181 asielzoekers bijna elke dag naar het noodopvangcentrum zijn gebracht omdat er geen ruimte voor hen is gevonden in het registratiecentrum of elders in het land. “We overschrijden grenzen. De werkdruk is enorm en de omstandigheden voor asielzoekers zijn niet menselijk, maar het alternatief is om mensen buiten te laten slapen.”
In augustus en oktober was de nood zo groot dat zelfs de noodopvang met 200 bedden niet genoeg slaapplekken bood. Noodlocaties elders in het land werden ingezet, zoals in Ugchelen, met grotere reistijden. Dergelijke locaties kosten ook “veel geld, omdat ze dringend moeten worden geregeld”, volgens Lambeck.
De gemeenten rond Ter Apel hebben sinds december vorig jaar beurtelings geholpen door een locatie beschikbaar te stellen voor een aantal weken. De gemeente Midden-Drenthe neemt momenteel deze taak op zich in Beilen.
Door de lagere instroom en de opening van een grote tijdelijke opvang op het evenemententerrein in Biddinghuizen, is de druk op het registratiecentrum in Ter Apel in de afgelopen weken aanzienlijk afgenomen. Sinds 6 november is de locatie in Beilen tijdelijk buiten gebruik, maar blijft deze open. Dit kost het COA ook duizenden euro’s per dag, bijvoorbeeld voor het huren van de sanitaire voorzieningen en het beveiligen van het terrein. Het COA verwacht de noodopvang na de jaarwisseling weer nodig te hebben wanneer andere tijdelijke locaties in het land sluiten.