Amsterdamse rechtbank veroordeelt man voor geweld tijdens pro-Palestijnse demonstratie
Man uit Almere veroordeeld na gewelddadige aanvallen op Palestijnse demonstranten
Een 22-jarige man uit Almere is veroordeeld tot 120 uur maatschappelijke dienst en vier weken voorwaardelijke jeugddetentie voor zijn betrokkenheid bij gewelddadige aanvallen op pro-Palestijnse demonstranten op het Museumplein op 11 mei. Ruben B. maakte deel uit van een groep van ongeveer tien mannen die, na een oproep op Telegram, naar het plein gingen om de protesten te verstoren. De groep viel deelnemers fysiek aan en gooide zware vuurwerk, wat volgens de Amsterdamse rechtbank een “bedreigende en angstaanjagende situatie” veroorzaakte.
“B. heeft bewust deelgenomen aan de golf van aanvallen,” aldus de rechtbank. De politie greep snel in en arresteerde verschillende personen, waaronder B., die zich met geweld verzette tegen zijn arrestatie. De rechtbank vond B. schuldig aan verzet tegen arrestatie, deelname aan openbare geweldpleging en bezit van illegaal vuurwerk.
B. werd vrijgesproken van het veroorzaken van een levensbedreigende explosie, omdat de rechtbank geen sluitend bewijs vond dat hij het vuurwerk had ontstoken dat naar demonstranten werd gegooid. De rechtbank merkte op dat anderen in de groep verantwoordelijk waren voor het ontsteken van de explosieven.
De officieren van justitie hadden een gevangenisstraf van zes maanden geëist, waarvan drie maanden voorwaardelijk, maar de rechtbank koos voor een mildere straf onder de jeugdstrafrecht. Hoewel B. wettelijk als volwassene wordt beschouwd, kan jeugdstrafrecht worden toegepast op jongvolwassenen onder de 23 jaar wanneer persoonlijke omstandigheden dit rechtvaardigen.
In dit geval hield de rechtbank rekening met B.’s verstandelijke beperking, onvolwassenheid en vatbaarheid voor externe invloeden als factoren die de beslissing rechtvaardigden. “De verdachte en de samenleving zullen profiteren van behandeling en begeleiding onder de voorwaarden van de voorwaardelijke straf,” aldus de rechtbank, verwijzend naar de aanbeveling van de reclassering.
B. werd enkele dagen na zijn arrestatie in mei vrijgelaten. In oktober werd hij echter opnieuw in hechtenis genomen op verdenking van betrokkenheid bij een afzonderlijk voorval waarbij een gebouw werd beschoten met een automatisch vuurwapen.
