Albert Heijn zet in op volledige elektrificatie van Nederlandse operaties voor 2027
Albert Heijn versnelt elektrificatie van bezorgvloot
Albert Heijn zet zijn plannen door om de bezorgvloot volledig te elektrificeren, ondanks vertragingen in de invoering van milieuzones in steden zoals Amsterdam. De Nederlandse supermarktketen heeft aangekondigd dat het vanaf januari 2024 alle leveringen binnen de A10-ring van Amsterdam volledig zal elektrificeren, inclusief veel gebieden buiten het stadscentrum. Dit zal ongeveer 10.000 klantbestellingen per week in de regio beïnvloeden, met plannen om dit uit te breiden naar het gehele Amsterdamse gebied tegen 2027.
Het bedrijf heeft aanzienlijke investeringen gedaan in de uitbreiding van zijn elektrische bezorgcapaciteit, waaronder de recente verdubbeling van het aantal oplaadstations in het Homeshopcenter in Amsterdam Westpoort. Deze stations zullen dienen voor de elektrische bestelwagens die de thuisbezorgingen uitvoeren, evenals elektrische vrachtwagens die Albert Heijn’s meer dan 100 winkels en AH to Go-locaties in Amsterdam bevoorraden.
De transportpartner van het bedrijf, Simon Loos, heeft ook zijn elektrische vloot uitgebreid, met nu 50 elektrische vrachtwagens die ongeveer 2.000 leveringen per week aan Amsterdamse winkels doen.
De toewijding van Albert Heijn aan elektrisch transport komt ondanks tegenslagen met betrekking tot overheidsbeleid. De Nederlandse regering, onder leiding van het kabinet-Schoof, heeft onlangs de uitbreiding van groene zones in Nederlandse steden vertraagd, inclusief plannen om dieselcommerciële voertuigen in bepaalde stedelijke gebieden vanaf 2025 te verbieden. Deze vertraging heeft zorgen gewekt, omdat het de uitvoering van milieuregels zou kunnen belemmeren waarin veel bedrijven, waaronder Albert Heijn, al hebben geïnvesteerd.
De plannen van Amsterdam om dieselvoertuigen vanaf januari 2024 uit de binnenring (S100) te verbannen en strengere regels voor vrachtwagens in de omliggende A10-ring op te leggen, werden gezien als een belangrijke stap naar een bredere stadsbrede ban op dieselcommerciële voertuigen die voor 2030 is gepland. Terwijl Amsterdam en 14 andere gemeenten deze plannen voortzetten, heeft het ontbreken van duidelijke nationale regels over uitzonderingen en bewegwijzering onzekerheid gecreëerd voor bedrijven die proberen zich aan de regels te houden.
Voor bedrijven zoals Albert Heijn, die al zwaar hebben geïnvesteerd in elektrische voertuigen en oplaadinfrastructuur, is deze vertraging frustrerend. “De uitbreiding van onze elektrische capaciteit in Amsterdam is deels gerelateerd aan de plannen voor de milieuzone in de stad,” zei Annemieke Sirre, directeur Transport bij Albert Heijn. “Maar of die plannen doorgaan of niet, dat doet er voor ons niet toe. We gaan door met onze eigen plannen, onafhankelijk van het politieke debat. We houden vast aan onze eigen klimaatdoelen.”
Rob Heesen, die toezicht houdt op innovatie bij Albert Heijn, deelde de mening van Sirre en wees op het gebrek aan uniformiteit in de regels voor milieuzones. “Het is uitdagend dat er geen uniforme regelgeving is voor milieuzones,” zei Heesen. “Dit helpt niet om de doelen te bereiken waar wij en de samenleving naar streven. Dit debat vertraagt alleen de vooruitgang, en niemand profiteert daarvan. Gelukkig stelt Europa duidelijke grenzen, dus het zal hoe dan ook gebeuren.”
De push van Albert Heijn voor elektrificatie maakt deel uit van een bredere strategie om de ecologische impact te verminderen. Het bedrijf streeft ernaar de koolstofemissies van zijn bedrijfsvoering en toeleveringsketen in de komende jaren te verlagen, en de verschuiving naar elektrisch transport wordt gezien als een belangrijke stap in deze richting. Het bedrijf heeft al elektrische vrachtwagens in gebruik voor thuisleveringen en bevoorradingsroutes naar winkels in Amsterdam en omliggende gebieden, en het is van plan deze elektrificatie binnenkort naar andere steden in Nederland uit te breiden.
De beslissing van het bedrijf om te investeren in elektrisch transport komt voort uit zijn bredere inzet voor duurzaamheid. Albert Heijn streeft ernaar zijn ecologische voetafdruk te verkleinen, met specifieke doelen voor het verminderen van voedselverspilling en verpakkingen, evenals het vergroten van het aandeel plantaardige producten in het assortiment. Tegen 2025 wil het bedrijf 20 miljoen kilogram verpakkingsmateriaal hebben verminderd en de voedselverspilling met 50 procent hebben verminderd tegen 2030.
Albert Heijn heeft ook beloofd zijn Scope 3-emissies — de koolstofemissies die door leveranciers en consumenten worden veroorzaakt — met 45 procent te verminderen tegen 2030, vergeleken met de niveaus in 2018. Als onderdeel van zijn inspanningen werkt het bedrijf nauw samen met leveranciers om hen aan te moedigen duurzamere praktijken te adopteren, waaronder het gebruik van elektrische vrachtwagens voor leveringen en het verminderen van emissies in hun productieprocessen.
Naarmate de deadline voor elektrificatie dichterbij komt, kijkt Albert Heijn ook naar de uitbreiding van zijn hernieuwbare energiebronnen. Het bedrijf werkt samen met Eneco om groene energie uit offshore windparken te waarborgen, zodat zijn elektrische vloot wordt aangedreven door duurzame elektriciteitsbronnen.