Afvalwaterzuiveringsinstallaties als belangrijke bron van farmaceutische vervuiling, blijkt uit onderzoek
Gemeenschappelijke antidepressiva, antibiotica en allergiemedicijnen worden in waterwegen geloosd, omdat conventionele behandelingen ze niet effectief verwijderen.
Rioolwaterzuiveringsinstallaties zijn niet in staat om Prozac (fluoxetine) en andere veelvoorkomende farmaceutische stoffen uit afvalwater te verwijderen, waardoor deze medicijnen in meren, rivieren en beken terechtkomen, waar ze een risico vormen voor aquatische organismen.
Onderzoeker Paulina Chaber-Jarlachowicz van het Instituut voor Milieu Bescherming – Nationaal Onderzoeksinstituut in Warschau, Polen, en haar collega’s rapporteren deze bevindingen in een nieuwe studie gepubliceerd in PLOS One.
De meeste rioolwaterzuiveringsinstallaties breken organische verbindingen in afvalwater af met behulp van microben, die vervolgens als actief slib worden verwijderd. Bestaand onderzoek suggereert echter dat deze methoden farmaceutische stoffen niet effectief verwijderen, waardoor ze in waterwegen worden vrijgegeven. Hoewel sommige medicijnen uiteindelijk afbreken, blijven de meeste in het milieu bestaan, waar ze actief blijven, zelfs bij extreem lage concentraties.
In de nieuwe studie verzamelden onderzoekers monsters van zes gemeentelijke rioolwaterzuiveringsinstallaties in Polen om hun vermogen te onderzoeken om meer dan een dozijn veelvoorkomende farmaceutische stoffen te verwijderen. Ze meeten de niveaus van medicijnen die het zuiveringsstation binnenkwamen in het afvalwater, bepaalden hoeveel er in het milieu werd geloosd in het behandelde water en slib, en schatten de bijbehorende ecologische risico’s in.
De onderzoekers ontdekten dat alle zes rioolwaterzuiveringsinstallaties farmaceutische stoffen in het milieu vrijlieten. Alleen de pijnstillers naproxen (Aleve) en ketoprofen en het antihistaminicum salicylzuur werden effectief verwijderd tijdens de behandeling.
Voor sommige farmaceutische stoffen, waaronder het antidepressivum fluoxetine (Prozac), de pijnstiller diclofenac en het anti-epilepticum carbamazepine, leidde het behandelingsproces zelfs tot hogere niveaus van de verbindingen in het geloosde water dan in het oorspronkelijke afvalwater. Fluoxetine en het allergiemedicijn loratadine (Claritin) vormden het grootste risico voor aquatische organismen, vanwege hun vermogen om hormoonsignalen en ontwikkeling te verstoren op de niveaus die in het behandelde water werden gezien.
De nieuwe resultaten voegen zich bij het groeiende aantal bewijzen dat aantoont dat de conventionele methoden die door gemeentelijke rioolwaterzuiveringsinstallaties worden gebruikt, niet in staat zijn om veel voorkomende medicijnen te verwijderen, waardoor de installaties een bron van farmaceutische vervuiling zijn. Deze bevindingen zullen de basis leggen voor verder onderzoek naar de inactivatie van farmaceutische verbindingen en hun afbraakproducten in rioleringen en slib.
De auteurs voegen toe: “De bevindingen van de studie toonden aan dat gemeentelijke rioolwaterzuiveringsinstallaties die conventionele mechanisch-biologische processen (CAS) gebruiken, ineffectief zijn in het verwijderen van farmaceutische stoffen uit afvalwater. De jaarlijkse emissies van farmaceutische stoffen naar rivieren vanuit de rioolwaterzuiveringsinstallaties in het studiegebied bedroegen ten minste 40 Mg. Ketoprofen, sulfamethoxazol, carbamazepine en fluoxetine werden geïdentificeerd als de belangrijkste bijdragers aan de totale massa en emissies van farmaceutische stoffen.”