Voormalige CEO wordt niet vervolgd in witwasaffaire bij ING
Geen vervolging voor voormalig ING-CEO Ralph Hamers in witwaszaak
De Openbare Ministerie (OM) heeft besloten om voormalig ING-CEO Ralph Hamers niet te vervolgen voor zijn rol in een witwasschandaal bij de bank. Na een onderzoek concludeerden de aanklagers dat er “onvoldoende juridisch overtuigend bewijs” is voor een strafzaak tegen de hooggeplaatste banker voor misdaden die zich binnen ING hebben voorgedaan.
ING schikte in 2018 voor 775 miljoen euro met het OM vanwege tekortschietende witwascontroles. Het OM besloot Hamers, die destijds CEO van ING was, niet te vervolgen, maar financieel activist Pieter Lakeman noemde dit onterecht. Lakeman nam de zaak mee naar het gerechtshof, dat eind 2020 oordeelde dat het OM Hamers moest onderzoeken en vervolgen.
Dit onderzoek duurde jaren en een groot aantal getuigen werd ondervraagd. Hieruit bleek dat Hamers op de hoogte was van de tekortkomingen in de anti-witwasbeleid van ING. Er was een kritisch rapport van de interne auditafdeling en een verontrustende e-mail van de hoofd juridische zaken van de bank. De ING-raad besloot toen om de zaak te onderzoeken. Hun analyse concludeerde in 2015 dat alles toch in orde was.
“Hoewel achteraf moet worden geconcludeerd dat de interne maatregelen die ING destijds heeft genomen onvoldoende waren, concludeert het OM dat het onderzoek niet voldoende bewijs heeft opgeleverd dat de persoonlijke strafrechtelijke aansprakelijkheid van Hamers rechtvaardigt,” aldus de verklaring.
Hamers vindt dat de beslissing van het OM “logisch en correct” is. Het OM moet zijn conclusies nog aan het gerechtshof voorleggen, maar Hamers heeft er vertrouwen in dat de rechtbank de standpunt van het OM zal steunen. Lakeman hoopt dat de rechtbank nog overtuigd kan worden van zijn visie op de zaak. Volgens hem kunnen bankdirecteuren niet vrijuit gaan als zij verboden praktijken hebben geleid.
Het OM besloot ook om vier voormalige bestuursleden van ABN Amro niet te vervolgen voor de tekortkomingen in de bestrijding van witwassen bij de financiële groep. De bank bereikte in dat geval een schikking van 480 miljoen euro met het OM. Net als in de zaak van Hamers vond het OM onvoldoende bewijs om de voormalige bestuursleden, waaronder de voormalige CEO’s Kees van Dijkhuizen en Gerrit Zalm, persoonlijk aansprakelijk te stellen.