Gemeente Den Haag herdenkt slachtoffers van de Tarwekamp-explosie met een moment van stilte

Burgemeester Jan van Zanen van Den Haag nam een moment om de slachtoffers van de explosies in het Tarwekamp appartementencomplex te herdenken, een week geleden, nadat hij de volledige vergadering van de Gemeenteraad op woensdag had geopend. Zes mensen verloren hun leven bij de explosie en vier anderen raakten gewond.

“Zes levens zijn plotseling, uit het niets, weggenomen,” zei Van Zanen. “In hun eigen huis, een plek waar je je veilig zou moeten voelen. Ondernemers zagen hun bedrijf in vlammen opgaan. Het is, en blijft, onbegrijpelijk.” De explosies en de daaropvolgende brand veroorzaakten de instorting van vijf appartementen, terwijl veertien andere woningen in het complex beschadigd raakten. De twee verdiepingen tellende appartementen bevonden zich boven de commerciële ruimtes op de begane grond van het drie verdiepingen tellende gebouw.

Van Zanen sprak zijn waardering uit voor het werk dat de hulpdiensten hebben verricht, wat “niet alleen zwaar en emotioneel belastend, maar ook zeker niet zonder gevaar was.” Het kostte de brandweerlieden uren om de vlammen te doven vanwege het instortingsrisico, terwijl zoekteams angstig wachtten op een moment waarop de situatie stabiel genoeg was om reddingspogingen te doen.

Veel levens zijn door deze gebeurtenissen beïnvloed, aldus Van Zanen, die zowel de direct betrokkenen als de omwonenden noemde die emotioneel geraakt zijn. “De impact van de ramp is moeilijk te begrijpen, zoveel mensen zijn getroffen,” zei Van Zanen. “Heel Den Haag leeft mee met iedereen die door deze tragedie is geraakt.”

Van Zanen noemde het ook goed nieuws dat vier verdachten zijn aangehouden. Hij hoopt dat er snel duidelijkheid komt over de omstandigheden van de explosies. De vier werden tijdens een korte eerste zitting op vrijdag in voorlopige hechtenis genomen en staan op 24 december voor de rechtbank. “Laten we hopen dat de rechtvaardigheid zal zegevieren en dat de verantwoordelijken gestraft zullen worden.”