Inflatie bereikt 4% in november volgens CBS, in lijn met voorlopige schattingen
Consumentenprijzen in Nederland stijgen in november met 4,0 procent
De consumentenprijzen in Nederland zijn in november met 4,0 procent gestegen ten opzichte van een jaar eerder, volgens gegevens bevestigd door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Dit cijfer komt overeen met de voorlopige schatting die op 29 november werd vrijgegeven en markeert een stijging ten opzichte van de inflatie van 3,5 procent in oktober.
Het CBS meldde dat de inflatie maandelijks wordt berekend op basis van de verandering in de consumentenprijsindex (CPI) ten opzichte van dezelfde maand van het voorgaande jaar. De stijging van 4,0 procent werd voornamelijk gedreven door prijsontwikkelingen in motorbrandstoffen, vliegtickets en kleding.
De kosten van motorbrandstoffen hadden de meeste significante opwaartse invloed. Hoewel de brandstofprijzen nog steeds 1,5 procent lager waren dan een jaar eerder, was de daling veel minder steil dan in oktober, toen de prijzen jaar-op-jaar 7,0 procent lager waren. Een liter benzine kostte in november gemiddeld 1,95 euro, vergeleken met 1,90 euro in oktober. Ook de dieselprijzen stegen, van 1,64 euro per liter in oktober naar 1,72 euro in november.
De prijzen van vliegtickets droegen ook bij aan de inflatiestijging. Het CBS merkte op dat de ticketprijzen in november hoger waren in vergelijking met zowel de voorgaande maand als dezelfde periode vorig jaar. Kledingprijzen droegen ook bij aan de algehele stijging, met een bijna verdubbelde bijdrage aan de inflatie in vergelijking met oktober.
De kosten voor huisvesting, water en energie bleven stabiel en droegen in zowel oktober als november 1,16 procentpunt bij aan het totaal inflatiecijfer. Andere sectoren, zoals de horeca en voedsel, zagen bescheiden stijgingen. Zo steeg de bijdrage van voedsel en niet-alcoholische dranken van 0,25 procentpunt in oktober naar 0,29 in november.
Naast de CPI houdt het CBS ook de inflatie bij met de Geharmoniseerde Index van Consumentenprijzen (HICP), die wordt gebruikt om inflatiecijfers binnen de Europese Unie te vergelijken. Volgens de HICP stond de inflatie in Nederland in november op 3,8 procent, een stijging ten opzichte van 3,3 procent in oktober. Dit is hoger dan het eurozone-gemiddelde, dat steeg van 2,0 procent in oktober naar 2,3 procent in november.
Het CBS wijst op de verschillen tussen de CPI- en HICP-cijfers door methodologische variaties. Zo sluit de HICP kosten in verband met het wonen in eigen woningen uit, die wel worden meegenomen in de CPI.
