Israëlische slachtoffers van Amsterdamse rellen voelen zich genegeerd door aanklagers nu de rechtszaak begint

Slachtoffers van de rellen op 8 november in Amsterdam voelen zich genegeerd door het Openbaar Ministerie. De slachtoffers, waaronder 22 supporters van Maccabi, hebben geen informatie ontvangen over hun rechten, zoals het recht om in de rechtszaal te spreken of schadevergoeding te eisen. Dit verklaarde advocaat Johan Oosterhagen in een interview.

Oosterhagen vertelde dat de slachtoffers op de avond van 8 november om hulp hebben geroepen en contact hebben gezocht met de politie en omstanders. “Ze voelden zich toen in de steek gelaten en nu ook door het OM,” voegde hij toe.

De advocaat bekritiseerde het OM omdat het prioriteit geeft aan het identificeren van verdachten, terwijl de slachtoffers verwaarloosd worden. Ondanks de ernst van de misdrijven, waaronder een poging tot doodslag, heeft het OM weinig gedaan om de identiteit van de slachtoffers vast te stellen. “Ik heb nog nooit een situatie gezien waarin slachtoffers van zulke ernstige misdaden onbekend blijven,” zei Oosterhagen.

De slachtoffers die contact hebben opgenomen met Oosterhagen willen graag de rechtszaak bijwonen, hun verhaal doen en schadeclaims indienen. Tot nu toe hebben ze daar echter geen kans voor gekregen.

Oosterhagen pleit ervoor dat de rechtszaak wordt uitgesteld totdat het OM de identiteit van de slachtoffers heeft verduidelijkt en hen heeft geïnformeerd over hun rechten. “De zitting van woensdag is het moment waarop slachtoffers een schadeclaim kunnen indienen voor de geleden schade. Als dit nu niet gebeurt, verliezen ze de mogelijkheid om hun claim later tijdens een beroep aan te passen,” legde hij uit.

Hij voegde eraan toe dat hoewel slachtoffers hun claims in de civiele rechtbank kunnen indienen, dit hen extra belasting zou opleggen.

René de Beukelaer, de hoofdofficier van justitie in Amsterdam, erkende de zorgen van de slachtoffers in een verklaring. Hij benadrukte de urgentie om de verdachten voor de rechtbank te brengen. “We hebben snelheid prioriteit gegeven om een duidelijke standaard te zetten dat dit soort gedrag onacceptabel is,” zei De Beukelaer. “Maar die snelheid betekende ook dat we geen grondiger onderzoek konden doen. We hebben nog niet kunnen vaststellen welke specifieke strafbare feiten overeenkomen met de meldingen van de slachtoffers uit Israël. In dit proces gaat er iets verloren voor de slachtoffers.”

Oosterhagen is van mening dat de focus van het OM op het vervolgen van de verdachten ten koste is gegaan van de rechten van de slachtoffers. “De aandacht is overweldigend gericht geweest op het identificeren van de daders. Dat is pijnlijk om te zien,” aldus Oosterhagen.