VVD-leider Yeşilgöz bekritiseert oppositiepartijen tijdens begrotingsbesprekingen

VVD-leider Dilan Yeşilgöz sprak zaterdag de partijleden toe tijdens het VVD-congres in Den Bosch, waar ze het belang van het liberalisme benadrukte in de strijd tegen populisme en de oppositiepartijen bekritiseerde te midden van de lopende begrotingsonderhandelingen in de Senaat.

Yeşilgöz begon haar toespraak door de kracht van het liberalisme te bevestigen, en noemde het “het enige antwoord op populisme.” Ze vertelde de aanwezigen in de Brabanthallen: “Ik ben ervan overtuigd dat wij liberalen, door onze gedrevenheid, actieve aanpak en groot verantwoordelijkheidsgevoel, het enige antwoord zijn op populisme.”

De VVD-leider verdedigde ook de coalitieovereenkomst met de populistische PVV en andere partijen, zoals NSC en BBB. Ondanks dat ze de samenwerking beschreef als “niet altijd gemakkelijk,” benadrukte ze de belangrijke prestaties binnen de coalitie. “De raamovereenkomst bevat afspraken die wij als VVD nooit eerder hebben kunnen maken. Zo leveren we voor onze kiezers,” verklaarde ze.

Critici hebben gesuggereerd dat de VVD de weg heeft vrijgemaakt voor het recente electorale succes van de PVV door te weigeren samenwerking met de extreemrechtse partij uit te sluiten. Yeşilgöz verwierp dit idee. “Je geeft me te veel macht. Kiezers hebben gesproken, en zo werkt de democratie,” zei ze.

Ze verwierp ook de beweringen dat samenwerking met de PVV de invloed van de partij versterkt. “Ik heb altijd gezegd: het maakt niet uit met wie je samenwerkt. We hebben ons nooit gedefinieerd door de partijen waarmee we samenwerken. Het liberalisme is daar te sterk voor, en als VVD-leden zijn we te zelfverzekerd.”

Tijdens haar opmerkingen bekritiseerde Yeşilgöz verschillende oppositiepartijen, waaronder het CDA en de ChristenUnie, omdat ze de invloed van “conservatieve religieuze groepen” in de politiek niet veroordelen. Ze herhaalde ook haar controversiële voorstel om het grondwettelijke artikel over de vrijheid van onderwijs te wijzigen, dat religieuze scholen aanzienlijke autonomie verleent.

Deze suggestie heeft tot tegenstand geleid van christelijke partijen, vooral nadat Yeşilgöz onlangs verklaarde dat religie geen rol zou moeten spelen in het openbare leven. Ze richtte verdere kritiek op D66, en noemde het “die andere liberale partij.” Haar spotternij over hun aanpak was: “Ik ben niet zoals onze D66-vrienden: aan de ene kant, aan de andere kant, laten we nog een cappuccino drinken terwijl we van mijn dakterras op de wereld neerkijken. Het is beter om eens duidelijk te zijn dan voortdurend terughoudend te zijn om fouten te vermijden.”

Yeşilgöz sprak ook de linkse partijen aan, en beschuldigde hen ervan vast te houden aan verouderde beleidsmaatregelen over migratie en integratie. “Het ontkennen van het probleem is niet langer mogelijk. Het herdefiniëren van het probleem is geen optie meer,” zei ze.

Ondanks haar kritieken nodigde Yeşilgöz alle oppositiepartijen uit tot samenwerking. Ze sprak haar waardering uit voor partijen zoals CDA, ChristenUnie en SGP voor hun steun aan recente begrotingsmaatregelen, inclusief alternatieven voor een btw-verhoging op cultuur, sport en media.

Momenteel onderhandelen deze partijen, samen met D66 en JA21, met de coalitie over de onderwijsbegroting. Het oppositieblok heeft gedreigd de begroting in de Senaat te blokkeren, tenzij 1,3 miljard euro aan bezuinigingen wordt teruggedraaid. “Ik wil samen oplossingen vinden. Ik wil geven en nemen, met alle redelijkheid en verantwoordelijkheid,” zei Yeşilgöz.

De coalitie, die geen meerderheid in de Senaat heeft, heeft herhaaldelijk uitdagingen ondervonden bij het doorvoeren van haar agenda. Premier Dick Schoof heeft onlangs gepleit voor een breed akkoord met de oppositiepartijen, en beschreef dit als een manier om terugkerende geschillen aan te pakken. Yeşilgöz verwierp echter het idee als onrealistisch, en noemde het “een zucht, geen werkbare optie.”

In plaats daarvan pleitte ze voor geleidelijke samenwerking, en zei: “Stap voor stap hebben we altijd oplossingen gevonden met de oppositie.”