Iranese hackers dreigen met openbaarmaking van Trump-e-mails: Wat weten we over Robert?
Iranese hackers dreigen met openbaarmaking van Trump-e-mails
Een hacker groep, met banden met Iran, die zichzelf Robert noemt, beweert 100 gigabyte aan e-mails te hebben van leden van de binnenste cirkel van de Amerikaanse president Trump.
De hackers hebben in een online chat met Reuters aangegeven dat ze deze e-mails hebben gestolen van Susie Wiles, de stafchef van het Witte Huis, Lindsey Halligan, de advocaat van Trump, Roger Stone, een adviseur van Trump, en Stormy Daniels, de pornoster die centraal staat in de zwijggeldschandaal rond het Trump-kamp.
De groep, Robert, heeft verklaard dat ze de gegevens kunnen verkopen, maar gaf geen details over hun plannen of de inhoud van de e-mails.
De Amerikaanse Cybersecurity and Infrastructure Security Agency (CISA) heeft op X geschreven dat de plannen van Robert voor een cyberaanval “niets meer zijn dan digitale propaganda, een berekende lastercampagne gericht op het schaden van president Trump en het belasteren van eerlijke publieke functionarissen”.
De dreiging komt enkele weken na de Amerikaanse bombardementen op de Fordow uraniumverwerkingsfabriek in Iran, als onderdeel van de aanhoudende spanningen tussen het Midden-Oosten en Israël over nucleaire wapensprogramma’s.
Op 30 juni schreef CISA in een verklaring dat Iraanse cyberactoren mogelijk “kwetsbare” Amerikaanse netwerken en interessante locaties als doelwit zouden kunnen nemen, waarbij ze opmerken dat defensiebedrijven met banden met Israël mogelijk een verhoogd risico lopen.
Tot nu toe zijn er enkele aanvallen geweest op Amerikaanse banken, defensiecontractanten en de luchtmacht door door Iran gesteunde groepen.
Eerdere aanval om e-mails van de Trump-campagne te verkrijgen
De dreiging van Robert, die door Reuters is ingezien, komt een jaar nadat een door Iran gesteunde groep naar verluidt soortgelijke e-mails van de Trump-administratie heeft gelekt in wat de regering beschouwde als een poging om zich te mengen in de verkiezingen van 2024.
Het Federal Bureau of Investigation (FBI) meldde dat Iraanse cyberactoren “ongevraagde e-mails” hebben gestuurd naar betrokkenen bij de campagne van voormalig president Joe Biden, met gestolen materiaal van de campagne van Trump. Dezelfde informatie werd vervolgens naar leden van de media gestuurd.
De FBI noemde het destijds het “laatste voorbeeld van Iran’s veelzijdige aanpak om onenigheid aan te wakkeren en het vertrouwen in ons verkiezingsproces te ondermijnen”.
Een maand later verklaarde de FBI dat het drie personen uit Iran met banden met de Islamitische Revolutionaire Garde (IRGC), het leger van het land, had aangeklaagd in verband met de cyberaanvallen.
Het Amerikaanse ministerie van Nationale Inlichtingen (DNI) beschouwt de cyberoperaties van Iran als een “grote bedreiging voor de veiligheid van Amerikaanse netwerken en gegevens”, volgens een rapport dat in maart van dit jaar is gepubliceerd.
Staatsgesponsorde Iraanse groepen en hacktivisten richten zich regelmatig op “slecht beveiligde Amerikaanse netwerken en internetverbonden apparaten voor verstorende cyberaanvallen”, aldus het DHS-rapport.
De Verenigde Staten, onder andere landen, hebben de Islamitische Revolutionaire Garde (IRGC) sinds 2019 aangemerkt als een buitenlandse terroristische organisatie.
