Foto’s: Witte Helmen in Syrië blijven mensen helpen in verwoest Aleppo
Syrische Witte Helmen blijven mensen helpen in verwoest Aleppo
De groep transformeert een militaire basis in Aleppo tot een noodhulpcentrum, waarbij tanks zijn vervangen door brandweerwagens en ambulances. Vrijwilligers van de Witte Helmen wachten op oproepen in de binnenplaats van een voormalig militair uitzendpunt in Aleppo. Ambulances en noodhulpvoertuigen die zij van hun vorige basis in Idlib hebben meegenomen, staan achter hen.
Aleppo, Syrië – Abu Ahmad schijnt met de zaklamp van zijn telefoon op een explosief dat hij in de kelder van een gebouw heeft gevonden, dat ooit diende als militaire post van het regime waar soldaten, tanks en munitie waren gestationeerd tijdens de Syrische oorlog. Nu leidt Abu Ahmad een basis voor de Syrische Civiele Bescherming, oftewel de Witte Helmen, in het gebouw.
De vrijwilligers van de Witte Helmen hebben onvermoeibaar gewerkt gedurende de oorlog en in de nasleep van de aardbevingen van 2023 om mensen onder het puin te redden en hen noodhulp te bieden. Ze verhuisden naar het gebouw iets meer dan een maand nadat een oppositie-offensief onder leiding van Hayat Tahrir al-Sham (HTS) op 30 november Aleppo veroverde en acht dagen later Bashar al-Assad ten val bracht.
Volgens Abu Ahmad ligt de omgeving vol met resten van het voormalige regime, waaronder afgedankte militaire uniformen, tankgranaten en persoonlijke bezittingen van soldaten die achtergelaten zijn terwijl mensen uit de post vluchtten. Pro-regime graffiti is nog steeds zichtbaar. Een boodschap luidt: “Met onze ziel, met ons bloed, zullen we voor jou opofferen, Bashar.” “Bashar” is doorgekrast met een rode X.
De werkzaamheden gaan door
In de nasleep van 13 jaar oorlog is er veel werk te verzetten voor de Witte Helmen. Ze zijn bezig met het ruimen van puin, het ontmijnen van gebouwen en het zoeken naar massagraven – sporen van een strijd die de stad tussen 2012 en 2016 verstikte, leidde tot de herovering van door de oppositie gehouden gebieden in Aleppo en de stad tot een van de meest door de oorlog verwoeste in Syrië maakte.
Abu Ahmad, die een van de eerste vrijwilligers van de Witte Helmen was in 2013, heeft alles gezien. Terwijl Rusland Aleppo vanuit de lucht bombardeerde, trokken de Witte Helmen mensen uit het puin, met groot risico voor zichzelf. Rusland gebruikte de tactiek van “double taps”, waarbij ze wachtten tot hulpverleners arriveerden na een eerste aanval en vervolgens opnieuw aanvielen om de eerste hulpverleners te treffen.
“Ik heb vijf dierbaren verloren door deze Russische strategie,” herinnert Abu Ahmad zich. “Maar het ergste waren de helikopters die tonbommen lieten vallen.” Voor de gevechten in Aleppo was het gebouw gebruikt als brandweerkazerne, en het regime had die brandweermensen in 2016 teruggebracht nadat de stad was heroverd, zodat ze ruimte konden delen met het leger.
Nu wil Abu Ahmad de brandweermensen integreren in het werk van de Witte Helmen, ondanks hun eerdere dienst aan al-Assad. “We vergeven hen voor wat ze deden,” zei hij. “Wat nu telt, is samenwerken om de stad opnieuw op te bouwen.”
Een voormalig regime-brandweerman serveert dampende koffie in glazen. Hij en zijn collega’s delen dezelfde ruimte met de Witte Helmen, die hebben besloten hen te integreren in hun reddingsdiensten, ondanks hun werk voor het regime. “We zijn niet op zoek naar wraak,” zegt Abu Ahmad.
Drie voormalige brandweermensen van het regime zitten samen in het gebouw. Ze kunnen nu openhartig spreken over de realiteit waarmee ze te maken hadden: slechts $10 per maand verdienen en gedwongen worden om brandstof te stelen om te overleven. “Ik werd gevangen gezet voor het uitspreken van het woord ‘dollar’ tijdens een telefoongesprek met mijn dochter in Duitsland,” klaagt een van hen.
