Minister stelt verlaging van temperatuur voor dierenvervoer uit vanwege zorgen
Minister van Landbouw Femke Wiersma heeft aangekondigd dat de geplande verlaging van de maximale temperatuur voor het vervoer van vee voorlopig niet zal worden doorgevoerd. Ondanks eerdere pogingen om de temperatuurgrens van 35 naar 30 graden te verlagen, heeft Wiersma besloten dat de beleidswijziging wordt gepauzeerd totdat verdere zorgen zijn aangepakt.
De maatregel was al enige tijd in voorbereiding. Er vond een evaluatieproces plaats, waarbij het voorstel openstond voor publieke inbreng, en de mogelijke gevolgen van de wijziging werden beoordeeld. De resultaten toonden echter aanzienlijke zorgen binnen de sector aan. De verlaging van de temperatuur zou kunnen leiden tot “potentieel negatieve bijeffecten voor het dierenwelzijn,” waaronder overbevolking in dierenverblijven als vee niet binnen enkele dagen naar de slacht wordt vervoerd vanwege de temperatuurrestricties.
Ook boeren hebben hun bezorgdheid geuit over de mogelijke toename van concurrentie vanuit het buitenland, waar hogere temperaturen voor transport zijn toegestaan. Wiersma erkende deze zorgen en schreef aan de Tweede Kamer: “Ik deel de zorgen van de boeren. Ook ik zie op dit moment niet de toegevoegde waarde van het verlagen van de maximale temperatuur, vooral omdat hogere temperaturen nog steeds zijn toegestaan in andere delen van Europa.”
In plaats van de temperatuurverlaging door te voeren, richt Wiersma zich op het bereiken van Europese overeenkomsten. Ze is ook van plan de behoeften van de sector te accommoderen, met suggesties voor mogelijke maatregelen zoals het toestaan van nachtelijke slacht tijdens warme zomerse weken om ervoor te zorgen dat transport- en slachtoperaties kunnen doorgaan. “Het voorkomen van negatieve bijeffecten is een voorwaarde voor de uiteindelijke invoering van de lagere maximale temperatuur,” schreef Wiersma. “Ik zal de beleidsregel niet implementeren totdat deze kwesties goed zijn aangepakt.”
Het ministerie onderzoekt manieren om de financiële impact van de voorgestelde wijzigingen te minimaliseren. In reactie op de vertraging heeft de Tweede Kamer afgelopen herfst een motie aangenomen, geleid door Esther Ouwehand, leider van de Partij voor de Dieren, waarin de regering wordt aangespoord om het voorgestelde maatregel snel bij de Europese Commissie in te dienen. Ouwehand wees erop dat de regel oorspronkelijk zou ingaan in augustus of september 2024.