Aantal doden in Libanon door Israël sinds het staakt-het-vuren
Uitleg van de situatie in Libanon na de Israëlische aanvallen
In de twee maanden sinds de wapenstilstand tussen Israël en Hezbollah begon, hebben Israëlische troepen minstens 83 mensen in Libanon gedood. Op zondag, de dag waarop de Israëlische troepen zich zouden terugtrekken uit Zuid-Libanon, meldde het Libanese ministerie van Volksgezondheid dat het Israëlische leger minstens 24 mensen had doodgeschoten, waaronder zes vrouwen, en 134 anderen had verwond, waaronder 14 vrouwen en 12 kinderen.
De volgende dag schoten Israëlische troepen minstens twee mensen dood en verwonden 17 anderen. Deze doden zijn de laatste in een serie Israëlische aanvallen sinds de wapenstilstand op 27 november begon. Tussen 27 november en maandag zijn er volgens gegevens van het Libanese ministerie van Volksgezondheid minstens 83 mensen in Libanon door Israël gedood, terwijl minstens 228 anderen gewond raakten terwijl ontheemde bewoners probeerden terug te keren naar dorpen waar Israëlische soldaten nog steeds aanwezig zijn.
Vanaf het begin van het conflict op 8 oktober 2023 tot 26 november 2024 hebben Israëlische troepen minstens 3.961 mensen in heel Libanon gedood en minstens 16.520 verwond.
Wat werd er afgesproken in de wapenstilstand?
Onder de door de Verenigde Staten bemiddelde wapenstilstand zouden de Israëlische troepen zich terugtrekken uit Zuid-Libanon en zou Hezbollah zich ten noorden van de Litani-rivier moeten verplaatsen, ongeveer 30 km van de Libanese grens met Israël. Israël was van plan om zijn troepen geleidelijk terug te trekken uit Zuid-Libanon in de 60 dagen na de inwerkingtreding van de wapenstilstand, terwijl het Libanese leger naar het gebied zou worden gestuurd.
Zodra het Israëlische leger weg was, zouden vredeshandhavers van de UNIFIL (United Nations Interim Force in Lebanon) het gebied betreden, gevolgd door de Libanese strijdkrachten (LAF). Bovendien zou de LAF ervoor moeten zorgen dat het de enige Libanese militaire aanwezigheid in Zuid-Libanon is.
Wat gebeurde er op zondag?
Volgens de wapenstilstand moest het Israëlische leger op zondag om 02:00 GMT uit Libanon vertrekken. Israël verklaarde echter dat zijn troepen na de deadline in Zuid-Libanon zouden blijven, en beschuldigde Hezbollah ervan zich niet voldoende van de grens terug te trekken. Libanon ontkende deze bewering en drong er bij Israël op aan de deadline te respecteren.
Toen ontheemde mensen op zondag probeerden terug te keren naar hun huizen, werden minstens 24 mensen doodgeschoten. De volgende dag marcheerden in het dorp Aitaroun tientallen ongewapende bewoners, sommigen met Hezbollah-vlaggen, hand in hand of op motorfietsen, begeleid door ambulances, bulldozers en tanks van het Libanese leger. Ze benaderden de rand van de stad maar hielden halt voor de Israëlische posities en konden niet verder.
“We komen met onze hoofden omhoog en gekroond met overwinning naar ons dorp, Aitaroun,” zei Saleem Mrad, het hoofd van de gemeente, tegen het persagentschap Associated Press. “Ons dorp is van ons, en we zullen het mooier terugbrengen dan het ooit was. We blijven hier.” Het Libanese staatsbedrijf Nationale Nieuwsagentschap (NNA) meldde dat Israël een bom had gedropt bij de ingang van het zuidelijke dorp Yaroun om bewoners te ontmoedigen verder te gaan.
Deadline verlengd tot 18 februari
De VS en Libanon maakten zondag bekend dat de deadline om aan de voorwaarden van de wapenstilstand te voldoen, was verlengd tot 18 februari. Israël heeft nog niet gezegd hoe lang zijn troepen in het zuiden zullen blijven, waar het leger zegt Hezbollah-wapens in beslag te nemen en de infrastructuur af te breken. De terugtrekking van Israël zou tienduizenden Libanese bewoners in staat stellen terug te keren naar hun dorpen nabij de grens met Israël.
