Verwarring en kritiek rond Nederlandse schoolplaatsingstest
In de zomer van 2024 kreeg een middelbare school in Rotterdam te maken met een ongekende golf van aanmeldingen, wat leidde tot een studentenloting. “Voor het eerst in jaren hebben we een loting moeten houden,” vertelde de coördinator voor brugklasleerlingen aan de Volkskrant. Dertig studenten werden niet geselecteerd.
De stijging in aanmeldingen, vooral in havo-vwo klassen, viel samen met de invoering van de doorstroomtoets, een gestandaardiseerde test die de Cito-toets moet vervangen. De toets is ontworpen om onderwijsgelijkheid te bevorderen door vooroordelen aan te pakken die historisch gezien meisjes, studenten met een migrantenachtergrond en kinderen uit plattelandsgebieden benadeelden.
Onder het herziene systeem zijn leraren aanbevelingen verplicht die “kansgericht” zijn, wat betekent dat studenten op hogere leer niveaus kunnen worden geplaatst als hun toetsresultaten dat rechtvaardigen. “Elke ouder wil het beste voor zijn kind,” zei de coördinator.
Echter, tegen december begonnen schoolbestuurders hun zorgen te uiten. “Veel studenten, vooral in havo, hebben moeite met het niveau. De kans dat sommigen naar mavo moeten overstappen is zeer groot,” zei de coördinator.
Onderwijsprofessionals in Nederland hebben de doorstroomtoets bekritiseerd vanwege de onvoorspelbare resultaten. Een schooldirecteur in Helmond merkte inconsistenties in de scores op. “Ongeveer 30 procent van onze groep 8-leerlingen scoorde veel beter dan verwacht. Bij naburige scholen gold dit voor bijna de helft van de studenten,” zei de directeur.
Ongelijkheden tussen toetsaanbieders hebben ook geleid tot vragen over eerlijkheid. Een toetsaanbieder, IEP, erkende dat verschillen in toetsen de resultaten aanzienlijk beïnvloeden. “Het maakt absoluut uit welke toets een school kiest,” zei de directeur van IEP.
De directeur van een beroepsschool in Zutphen meldde een scherpe daling in het aantal inschrijvingen. “Onze cijfers zijn met maar liefst 50 procent gedaald na de toetsresultaten. Het zou me niet verbazen als sommige studenten die in vmbo zijn geplaatst, na problemen, over een paar jaar weer bij ons terugkomen,” zei ze.
Gegevens uit 2023 toonden aan dat het aantal studenten dat van vmbo naar praktische opleiding overstapte met 25 procent was gestegen vergeleken met 2018. Onderwijsprofessionals observeerden dat studenten vaak met verminderde zelfvertrouwen terugkeren naar beroepsscholen. “Tegen de tijd dat ze terugkomen, is hun zelfvertrouwen vaak volledig beschadigd,” zei de schoolleider uit Zutphen.
Voormalig onderwijsminister Mariëlle Paul sprak haar optimisme uit over het nieuwe systeem kort na de lancering. “Alle studenten die in een voldoende uitdagende omgeving zijn geplaatst, zullen gedijen,” zei ze.
Echter, leraren, inspecteurs en toetsaanbieders hebben problemen met het normeringsproces aangekaart. Voorbeelden van mismatches zijn gerapporteerd, zoals een student met een perfect spellingresultaat die naar mavo/havo werd verwezen.
Een toetsaanbieder uitte zijn zorgen direct aan het College voor Toetsen en Examens (CvTE). “We hebben grote zorgen over de normering,” zei een aanbieder in een e-mail. Een andere toetsaanbieder zei dat sommige resultaten studenten “in tranen” achterlieten.
De doorstroomtoets kost het Nederlandse onderwijssysteem jaarlijks 8,5 miljoen euro, met honderden duizenden euro’s die aan elke toetsaanbieder worden toegewezen. Scholen ondervinden op hun beurt uitdagingen wanneer ze tussen toetsaanbieders wisselen op zoek naar degenen die als betere resultaten opleveren.