Huizenprijzen in Nederland stegen vorig jaar met 8,7 procent
Huizenprijzen in Nederland stijgen met 8,7 procent
De prijzen van bestaande koopwoningen in Nederland zijn vorig jaar gemiddeld met 8,7 procent gestegen, zo blijkt uit gegevens van het CBS en het Kadaster. In december waren huizen gemiddeld 10,9 procent duurder dan in dezelfde maand het jaar daarvoor. Deze stijging is kleiner dan in de vier voorgaande maanden. In vergelijking met november vorig jaar daalden de prijzen in december met 0,7 procent, volgens de organisaties.
De prijzen van koopwoningen bereikten hun hoogtepunt in juli 2022. Daarna keerde de trend zich en werden huizen tijdelijk goedkoper. Sinds juni 2023 is de trend echter weer stijgend. Vorige maand lagen de prijzen gemiddeld 7,6 procent hoger dan het vorige hoogtepunt in juli 2022.
Huizenkopers betaalden vorige maand gemiddeld meer dan 455.500 euro voor een bestaande koopwoning. Volgens het Kadaster wisselden vorig jaar 203.555 woningen van eigenaar, bijna 12 procent meer dan in 2023.
Deskundigen op de woningmarkt wijzen al geruime tijd op het grote belang van het bouwen van nieuwe woningen om de woningmarkt weer op gang te krijgen. De overheid heeft als doel om structureel 100.000 woningen per jaar te bouwen in de komende periode. Dit doel lijkt echter nog ver weg.
Vorig jaar werden er ongeveer 82.000 woningen toegevoegd aan de woningvoorraad via nieuwbouw of renovatie van andere gebouwen. Dit aantal ligt niet alleen lager dan in de voorgaande zes jaren, maar is ook ver verwijderd van het doel van 100.000 nieuwe woningen per jaar. Het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties verwacht dat er dit jaar te weinig woningen zullen worden toegevoegd. Pas in 2027 zal het aantal stijgen naar 100.000 woningen.
Omdat kopers meer kunnen betalen en het aanbod van te koop staande woningen nog steeds beperkt is, blijven de prijzen stijgen. Daarnaast hebben kopers een grotere leencapaciteit door stijgende salarissen en een lichte daling van de hypotheekrentes.
