Geweld tegen hulpverleners: Openbaar Ministerie vraagt zelden om zwaardere straffen
Het Openbaar Ministerie (OM) in Nederland heeft zaterdag bevestigd dat het zelden gebruikmaakt van de mogelijkheid om 200 procent hogere straffen te eisen in gevallen van geweld tegen hulpverleners en openbare functionarissen. Deze beslissing is toegeschreven aan een waargenomen gebrek aan publieke en juridische steun voor deze maatregel.
Het beleid, dat is geïntroduceerd als een afschrikmiddel tegen agressie en geweld jegens personen met publieke taken, dient als richtlijn voor strengere straffen. Het legt de nadruk op gedragsinterventies, zoals gerichte gemeenschapsdiensten, verplichte trainingen en excuses aan slachtoffers, in plaats van uitsluitend vertrouwen op langere gevangenisstraffen.
“De focus blijft liggen op effectieve en betekenisvolle interventies die daders confronteren met de gevolgen van hun daden,” aldus het OM.
Ondanks de bedoeling van het beleid om nul tolerantie voor dergelijk gedrag uit te stralen, merkte het OM op dat rechters en maatschappelijke belanghebbenden hun bedenkingen hebben geuit over de rigide toepassing van de 200 procent richtlijn. Alternatieven, zoals gepersonaliseerde sancties die de rehabilitatie van de dader bevorderen, werden benadrukt als effectievere middelen om de onderliggende oorzaken van geweld aan te pakken.
Het OM verduidelijkte dat verhoogde straffen een mogelijkheid blijven onder specifieke omstandigheden, maar benadrukte verder het belang van het balanceren van strafmaatregelen met rehabilitatiegerichte benaderingen.
